creatieve nootje logo

AFGELOPEN WEDSTRIJD,
THEMA HALLOWEEN

FOTO'S VAN DEZE WEDSTRIJD

geest jonge vrouw halloween wedstrijd

halloween wedstrijd geest jonge vrouw

Halloweenverhaal_cartouche

Halloween verhaal cartouche

heksenhoed_halloweenverhaal_wedstrijd

halloween verhaal heksenhoed

halloweenverhaal_opdrachtenbord_wedstrijd

halloween verhaal opdrachtenbord van de wedstrijd"

OPDRACHTEN

OPDRACHT 1: Maken van een tekening omtrent het verhaal.

OPDRACHT 2: Oplossen van de vragen die je terugvindt in het verhaal en waarbij ook 2 opdrachten bijhoren.

HET VERHAAL

Ons eigen geschreven Halloween verhaal: “Het avontuur van Assardje en de jonge vrouw”

Er was eens een klein meisje. Ze woonde samen met haar ouders in een klein huisje aan de rand van het dorp. Haar ouders waren heel creatieve mensen en waren dag en nacht in de weer. Ze maakten allerlei zelfgemaakte spulletjes die je nergens anders kon vinden. Allemaal één voor één unieke werkjes. Het kleine meisje zat dikwijls alleen doordat haar ouders het steeds druk hadden. Maar dat vond het kleine meisje niet erg. Want op zo’n momenten ging ze naar de rand van het bos, ging daar op een grote holle boomstam zitten en begon muziek te schrijven. Met haar prachtige stem kon ze hele mooie liedjes zingen die je tot ver in het bos kon horen. In het bos woonde er een heel klein heksje. Haar naam was Assardje. Het heksje was soms enorm verstrooid en kon dingen laten verdwijnen zonder dat ze het eigenlijk zo bedoelde. Op een dag hoorde het heksje een mooie stem die prachtige liederen zong. Ze ging op de mooie stem af en toen zag ze het meisje op de grote holle boomstam zitten. “Hallo, ben jij dat die zo mooi kan zingen?” vroeg het heksje. “Dank je wel. Dat probeer ik toch.” glimlachte ze. “Mag ik erbij komen zitten en wat luisteren naar jou?” vroeg Assardje. “Natuurlijk mag je dat! Dan zit ik hier niet zo alleen.” Vanaf die dag kwam het kleine heksje elke dag bij het kleine meisje zitten op de boomstam en werden ze de beste vriendinnen. Ze maakten elke dag plezier en lachten soms zo luid dat zelfs de magische wezens in het bos hen konden horen. Als het kleine meisje haar muziek neerpende op papier, wou Assardje haar af en toe helpen. Maar soms liep dat fout want dan stonden de muzieknoten ondersteboven of achterstevoren op het meisje haar blad. Omdat ze zoveel plezier hadden vonden ze dat allebei helemaal niet erg. Op een dag gaf Assardje het kleine meisje een cadeautje. Het was een magische veer. De veer schreef elke noot die het meisje zong neer op papier. Dit was een supermooi cadeau.

De 2 maakten zoveel plezier tot ze op een dag elkaar aankeken en beseften dat er iets veranderd was. En inderdaad… Het kleine meisje was een grote mooie jonge vrouw geworden, terwijl het heksje nog steeds hetzelfde was gebleven. Heksen kunnen honderden jaren oud worden. Maar mensen, als ze veel geluk hebben, kunnen maar 100 jaar worden. De 2 vriendinnen beseften dat dit niet kon blijven duren en dat de jonge vrouw op een dag te oud zou zijn om nog te kunnen spelen. Er zal een tijd komen dat de jonge vrouw een sterretje aan de hemel zal worden. Plotseling kwam Assardje op een geweldig idee. “Ik weet het!” riep ze. “We gaan samen naar de grote tovenaar op de top van de zwarte berg. Ik heb gehoord dat hij al grote magische dingen heeft gedaan. Misschien kan hij jou helpen om jong te blijven. Zullen we het hem vragen?” De jonge vrouw vond dit een geweldig idee en ze vertrokken samen op pad naar het grote kasteel.

Ze liepen 3 volle dagen door het grote bos. Uitgeput bereikten ze de top van de zwarte berg en daar… zagen ze het grote kasteel. Het was een reusachtig donker kasteel met hoge rode ramen en een rode poort. Toen ze bij de poort aankwamen, sprong er een megagrote spin tevoorschijn. De spin was wel een meter groot en zag er maar eng uit. De spin riep “ik ben Beestie Beest de bewaker en poortwachter van het kasteel. Wat komen jullie hier doen?” De jonge vrouw kon van angst geen woord zeggen. Assardje antwoordde met een bibberende stem “Wij komen om iets te vragen aan de grote tovenaar.” De reuzespin keek hen boos aan en zei toen “Het is goed. Jullie mogen naar binnen. Maar wees voorzichtig. Je weet nooit welk onheil er op je pad komt.” Bij dat laatste klonk hij toch wel een beetje bezorgd. De 2 vriendinnen stapten langzaam binnen in de grote hoge inkomhal. Plots hoorden ze een zware stem die sprak tegen hen. “Wie durft er zomaar binnenkomen in mijn kasteel?” “Wij zijn het!” bibberde het kleine heksje. “Assardje en mijn vriendinnetje. Wij komen u vragen of u een spreuk of drankje heeft om de jonge vrouw voor altijd jong te maken. Kan u ons helpen alsjeblief?” De grote tovenaar kwam dichterbij staan en staarde hen met een boze blik aan. Opeens glimlachte hij en zei “Oké, ik zal jullie helpen.” Hij riep naar zijn knecht. Er kwam een zwarte kat met grote groene ogen tevoorschijn. “Cartouche, wil jij deze 2 dames naar hun slaapvertrekken brengen terwijl ik een toverelixir maak voor hen.” Er verscheen een grijnzende blik op het gezicht van de tovenaar en je kon zo zien dat de tovenaar niks goed van plan was. “Ja meester” zuchtte de kat en hij nam de 2 vriendinnen mee naar de torens. Wat de jonge vrouw en het heksje niet wisten was dat de tovenaar helemaal niks goed voor hen in petto had. Het was helemaal niet zijn bedoeling om hen te helpen. Integendeel, hij wou iets heel erg doen met de jonge vrouw. Hij had in het verleden zijn knecht Cartouche ook al omgetoverd van mens naar kat.

Toen ze op hun kamer kwamen zag Assardje dat de kat heel bezorgd keek en onrustig was. Ze vroeg wat er aan de hand was. De kat keek hen treurig aan en begon zijn verhaal over wat hij meegemaakt had met de grote tovenaar en hoe hij in de val gelokt was voor hij werd omgetoverd. De 2 vriendinnen schrokken heel erg en riepen “We moeten hier weg zien te komen voor hij ons ook in zijn macht heeft!” De kat antwoordde “Dat lukt nooit. Hij zal jullie nooit laten gaan. Erger nog, hij is van plan een elixir te maken maar dat is bedoeld voor hem en niet voor de jonge vrouw. Het zal haar het leven kosten en hij zal in plaats daarvan het eeuwige leven krijgen.” De jonge vrouw barstte in tranen uit. “Waarom zijn we toch naar hier gekomen. We wilden alleen maar voor altijd samen blijven.” Assardje en de jonge vrouw voelden zich machteloos. Ze kropen dicht tegen elkaar aan om elkaar te troosten. Ze voelden zich veilig bij elkaar.

Ondertussen was de grote tovenaar al begonnen aan het elixir. Er zaten allerlei soorten kruiden en bloemen in. Maar om de magische donkere krachten van het elixir mogelijk te maken moesten er nog enkele vieze ingrediënten bij zoals oogbollen, een rattestaart en donderwormen. Dit elixir had hij in tweevoud gemaakt. Eentje voor de jonge vrouw om haar haar levensenergie te ontnemen en eentje voor hem om onsterfelijk te kunnen worden. En als laatste moest hij er nog een haar van de jonge vrouw en van zichzelf aan toevoegen zodat het elixir vervolledigd was. Het drankje moest een dag inwerken tot het klaar was om toe te dienen. Hij lachte zo luid van genot dat zijn akelige lach door alle gangen van het kasteel galmde. Zelfs de magische wezens in het bos konden het horen. Iedereen wist dat er onheil op komst was. Beestie Beest had dat ook gehoord en vond het zo zielig voor de 2 vriendinnen dat hij begon te huilen. Hij wist tot wat de grote tovenaar in staat was.

In de kamer zaten de jonge vrouw en Assardje nog steeds dicht tegen elkaar aan. De kat lag aan hun voeten om hen ook te troosten. Assardje vroeg aan de jonge vrouw “Wil jij nog een mooi liedje zingen om ons verdriet een beetje te vergeten zodat we kunnen terug denken aan de leuke mooie momenten die we hadden?” De kat vroeg verbaasd “Ben jij dan die mooie stem die wij steeds door het bos horen zingen?” Assardje glimlachte en zei “Inderdaad, er is geen mooiere stem dan die van haar”. De jonge vrouw liep naar het grote raam met tralies ervoor en staarde naar buiten. Toen begon ze te zingen. Haar prachtige stem weerklonk als een nachtegaal door heel het kasteel. Ze zong, en zong, en zong,… Alle magische wezens uit het bos neurieden mee met haar liederen. In de kamer hoorden ze opeens een achtergrondkoortje dat zachtjes meezong met haar liedjes. Het waren de 4 zingende spookjes: Allegro, Forte, Loco en Presto. Het was zalig om te horen en ze bleven zo lang ze konden doorgaan. Maar de jonge vrouw werd moe en hield op met zingen. De spookjes zagen de tranen in haar ogen. Ze kroop uitgeput van al dat verdriet en die teleurstelling in het oude bed en viel in slaap. Assardje ging naast haar liggen, staarde haar aan en fluisterde “Het is mijn schuld dat we naar hier gekomen zijn. Ik had het nooit mogen voorstellen. Konden we maar ontsnappen.” Met een diepe zucht viel ze toen ook in slaap.

De volgende ochtend werd er op de deur geklopt. Het was Beestie Beest met een heerlijk vers ontbijt. Er lag van allerlei lekkers op het plateau. Vers brood, verse koffiekoeken, vers fruit, vers fruitsap, allerlei soorten beleg, confituur, choco, honing. Kortom net een koninklijk ontbijt. “Dat zal smaken” zei de jonge vrouw. Assardje nam een grote hap uit een heerlijke koffiekoek en sprak “Zo een lekker ontbijt hebben we nog nooit gekregen.” Toen ze goed en wel aan het eten waren, vloog de deur met een enorm lawaai open.

“Stop !!!!” riep Cartouche de zwarte kat. “Niet van het fruitsap drinken. Het is vergiftigd.” Maar het was helaas al te laat. De jonge vrouw had net van een glas fruitsap gedronken. “Wat is er ?” vroegen Beestie Beest en Assardje geschrokken. Cartouche begon zijn verhaal “Zoals elke ochtend doe ik mijn ronde in het kasteel om te zien of er iets verdachts is. Ik ging langs de keuken waar Beestie Beest jullie ontbijt aan het maken was. Op een gegeven moment zag ik iets bewegen in mijn ooghoeken. Ik had precies een hand gezien en daarna verdween het weer. Het zal mijn verbeelding wel zijn dacht ik. Daarna zette ik mijn ronde verder en passeerde voorbij de toverkamer van de grote tovenaar. Daar hoorde ik hem erg gemeen lachen. Hij mompelde dat het niet lang meer zou duren voor hij onsterfelijk zou zijn want hij had het elixir voor de jonge vrouw in het glas fruitsap gedaan. Toen kwam het in mijn gedachten terug dat ik een hand had zien bewegen had. Dat was de tovenaar die zich achter het gordijn verstopt had om dat gif in het fruitsap te doen. “Oei en wat nu?” vroeg Assardje heel bang. “Wanneer ik vlug weg rende om jullie te verwittigen, hoorde ik hem nog net zeggen dat het elixir haar zwakker zal maken en hem sterker. Hooguit nog 1 dag en dan is het voorbij met de jonge vrouw.” Iedereen schrok zich een bult toen ze Cartouche dit hoorden vertellen. En inderdaad, de jonge vrouw haar stem was al verdwenen. Ze kon niks meer zeggen en dus ook geen mooie liedjes meer zingen. Beestie Beest werd enorm kwaad. Zijn grote ogen tolden in zijn kop. Het moet stoppen. We moeten de grote tovenaar tegen houden om nog meer kwaad aan te richten. Ze besloten met z’n allen om de grote tovenaar te verslaan en om te proberen ontsnappen. “Maar hoe pakken we dit het beste aan?” vroeg Cartouche zich af. De spookjes giechelden en hadden een ideetje. Elke avond voordat de grote tovenaar gaat slapen moeten we voor hem een slaaplied zingen totdat hij in slaap gevallen is. Zolang we zingen blijft hij slapen. Wanneer we stoppen met zingen wordt hij wakker. Als we nu vanavond iets vroeger naar zijn kamer gaan en al beginnen te zingen, kunnen jullie nog voor het donker vluchten. “Goed idee” zei Beestie Beest. “Ik zal jullie staan opwachten bij de poort om jullie buiten te laten.” Assardje keek toch een beetje bezorgd en zei “Dat klinkt allemaal geweldig, maar hoe zit het met het elixir voor de tovenaar? Als we dat niet hebben kunnen we mijn vriendin niet redden en zal hij toch onsterfelijk worden wanneer hij het opdrinkt.” Ze keken elkaar aan en opeens riep Cartouche “Als we nu eens eerst proberen om zijn elixir te pakken te krijgen en om daarna te vluchten. Is dat geen goed idee?” “Maar hoe ga je dat doen?” vroegen de spookjes. “Je moet ongemerkt die kamer binnen zien te komen.” Cartouche keek het heksje aan en vroeg “Jij kan toch ook toveren? Kan je niks verzinnen met een toverspreuk om dat elixir te pakken te krijgen?” Assardje dacht even diep na. “Ik heb heel lang geleden een gevaarlijke spreuk geleerd waarbij ik dingen kan teleporteren. Maar daarvoor moet ik mij heel goed kunnen concentreren en niet verstrooid zijn of het loopt mis. En ik moet zien in welke ruimte het object staat om het zo te verplaatsen. Het zal niet simpel zijn.” De kat zijn oogjes begonnen te glinsteren en hij riep “Wij gaan jou daarbij helpen! Ik zal jou ongemerkt naar die toverkamer brengen zodat je de plek kan zien waar dat andere flesje elixir staat. Maar we moeten voorzichtig zijn want als de grote tovenaar jou ziet zal hij tot alles in staat zijn om jou kapot te maken.” “Ik doe alles om mijn vriendin te redden, al moet ik er mijn eigen leven voor opofferen.” antwoordde Assardje.

Cartouche opende de deur van de kamer en keek voorzichtig rond. “Ja, kom maar. De kust is veilig.” De spookjes vlogen mee de gang in om ook een oogje in het zeil te houden. Assardje volgde de zwarte kat door de duistere gangen van het kasteel. Gelukkig was de tovenaar nergens te bespeuren. Ze gingen samen de kamer binnen. Daar toonde Cartouche aan het heksje waar het flesje elixir stond. De tovenaar had het flesje onder een glazen stolp geplaatst. Assardje keek naar het flesje en printte het totaal plaatje in haar hoofd. ”Oké, het is gelukt. Laten we terugkeren.” Op dat moment ging de deur van de kamer open. Het was de grote tovenaar en hij had iemand bij zich. De zwarte kat en het heksje verstopten zich vliegensvlug achter het gordijn. Maar wat zagen ze…de tovenaar had de jonge vrouw meegebracht. Ze konden hun ogen niet geloven. Toen zij in de toverkamer waren voor het flesje, had de grote tovenaar de jonge vrouw uit hun kamer gehaald. Hij was zo met de jonge vrouw en het elixir bezig dat hij geen vermoeden had dat het heksje weg was. De kat en het heksje keken elkaar angstig aan. “Wat nu?” fluisterde Assardje. De tovenaar liet de jonge vrouw op een krukje zitten en bond haar vast. Hij sprak een toverspreuk uit waardoor zij in een hele diepe slaap viel. “Nu de laatste ingrediënten hun werking doen, kan ik snel nog iets te eten halen.” zei hij ongeduldig. Hij ging de kamer uit en op dat ogenblik renden Cartouche en Assardje ook de kamer uit terug naar Beestie Beest en de spookjes die op hen aan het wachten waren. “Het spijt ons” zeiden de spookjes. “Maar we konden jullie niet verwittigen doordat de tovenaar hier opeens binnen stond. Hij heeft de jonge vrouw meegenomen. Wat doen we nu?” Het heksje keek bezorgd en zei “Ik weet nog 1 spreuk maar deze heb ik nog nooit gebruikt. Het is een heel krachtige spreuk waarmee ik een object en een persoon kan teleporteren. Ik weet niet of dit zal lukken maar ik wil koste wat het kost mijn vriendin redden.” “Goed!” zei Beestie Beest. “We gaan met z’n allen naar de poort. Dan probeer jij je te concentreren en doe je wat je moet doen. Wanneer je je vriendin en het elixir kunnen teleporteren hebt, open ik de poort en kunnen we het kasteel voorgoed verlaten.” Ze liepen met z’n allen naar de poort. Daar aangekomen ging Assardje op haar knieën zitten en probeerde zich te concentreren op haar toverspreuk. Beestie Beest stond klaar om de poort te openen. Cartouche en de spookjes hielden alles in de gaten om te zien of alles goed verliep volgens plan.

Assardje sprak de toverspreuk uit en zwaaide heel voorzichtig met haar toverstaf. Opeens kwam er een fel blauw licht tevoorschijn uit haar toverstaf. In het fel blauw licht kon je de schaduwen al zien van een flesje en een gedaante van een vrouw. “Het lukt” zei de kat stilletjes en zijn oogjes fonkelden van geluk. Alles ging vlot en de jonge vrouw en het flesje elixir werden meer en meer zichtbaar. Maar opeens hoorden ze uit het kasteel een enorm lawaai. “Haast je!” riepen de spookjes angstig. “Het is de grote tovenaar en zo te horen is hij razend!” De spreuk van Assardje was net goed volbracht waardoor het elixir en de jonge vrouw levend en wel bij de anderen stonden. “Vlug” riep Cartouche. “Drink jij het flesje elixir uit zodat je de krachten die voor de tovenaar bestemd zijn, in jou opneemt en onsterfelijk wordt. De jonge vrouw dronk het flesje leeg. Op dat moment stormde de grote tovenaar woedend naar de poort van het kasteel. Hij zag dat de jonge vrouw het elixir opdronk. Hij nam zijn toverstaf en richtte die op de jonge vrouw. Er verscheen een rode straal uit zijn toverstaf. Assardje wou haar vriendin beschermen en nam op haar beurt ook haar toverstaf en richtte die op de tovenaar. Maar het was te laat. De rode straal had de jonge vrouw nog net geraakt waardoor zij op de grond viel. Het heksje sprak een toverspreuk uit en haar toverstraal raakte die van de tovenaar. Door al de liefde die Assardje bezat voor haar vriendin, was haar straal sterker dan ooit tevoren. Beide stralen ketsten af op de grote tovenaar waardoor die met een luide knal uiteenspatte. De grote tovenaar was eindelijk verslaan. Beestie Beest nam de jonge vrouw op zijn rug, opende de poort en ze liepen met z’n allen weg door het donkere bos. Toen ze na een poos halt hielden, merkten ze op dat de jonge vrouw nog steeds niet bewoog. De straal van de grote tovenaar had haar toch kunnen doden. Assardje begon te huilen en zei “Nu ben ik mijn vriendin voor altijd kwijt.” Een zachte stem antwoordde “Laten we haar een rustplaats geven onder de grote holle boom waar ze altijd haar liedjes zong.” Iedereen keek op omdat ze die stem niet herkenden. Daar stond een jonge man die ze nog nooit gezien hadden. “Schrik niet, ik ben het Cartouche.” Doordat de tovenaar verslaan is, is de vloek ook verbroken voor Cartouche en is hij terug een normaal mens geworden. “Ik zal jullie helpen om haar een waardige plek te geven om te herdenken.” Toen ze aan de grote holle boom gekomen waren, begroeven ze de jonge vrouw in een glazen kist en namen afscheid van haar. Iedereen was heel verdrietig en er vloeiden heel wat traantjes om het verlies van een onvervangbare vriendin. Ze zochten de hele tijd troost bij elkaar. Opeens hoorden ze een prachtige stem een fantastisch mooi lied zingen. Het was net een nachtegaal die zijn allermooiste chanson aan het zingen was. Assardje draaide zich om en zag een gedaante staan die net leek op haar vriendin. Het was de geest van de jonge vrouw.

“Dat kan niet” zei het heksje verbaasd. “We hebben jou zien sterven en nu sta je hier voor ons?” “Dat klopt lieve vriendin” antwoordde de stem. “Ik ben niet weg. Ik ben nog steeds bij jullie. “Maar hoe komt het dan dat jij terug kan zingen?” vroeg het heksje. “Wel, door de straal van de tovenaar ben ik gestorven. Maar jouw liefde was sterker dan alle kwaadaardigheid van de tovenaar samen. Daardoor is jouw toverstraal veel sterker geworden dan die van hem. Net die toverstraal heeft me mijn stem teruggegeven. Maar er is nog iets dat je moet weten. Toen de straal mij raakte, hoorde ik de stem van de tovenaar in de verte nog iets zeggen.” Hij zei “niemand zal jou kunnen redden tenzij…ze jouw echte naam weten en deze achterstevoren uitspreken.” De vrienden keken elkaar aan en dachten allemaal hetzelfde. “Dus” zei Beestie Beest, “als we jouw echte naam weten en die achterstevoren uitspreken word je terug levend?” “Dat klopt” zei de geest van de jonge vrouw. En ze gingen samen op zoek naar de echte naam van de jonge vrouw.

Einde